Vechten voor windmolens Over windcoöperaties in Nederland Auteur: Loes van Loenen Deze scriptie is afkomstig van: Deltawind.nl Samenvatting In Nederland blijkt vechten voor windmolens steeds weer een gevecht tegen windmolens te zijn. Ondanks de inspanningen van veel verschillende organisaties, bedrijven en particulieren op het gebied van windenergie blijft Nederland achterlopen op landen als Denemarken, Duitsland en Spanje, wat de opwekking van windenergie betreft. Vooral in Denemarken en Duitsland hebben windcoöperaties een rol van betekenis gespeeld bij de opbouw van een bloeiende windenergiesector. Over de rol van Nederlandse windcoöperaties bij de totstandkoming van een duurzame energievoorziening in Nederland is weinig tot niets bekend. Het doel van deze scriptie is dan ook duidelijkheid te geven over het fenomeen windcoöperatie in Nederland. Een tweede doel is aangeven op welke manier(en) de huidige betekenis van windcoöperaties voor de Nederlandse duurzame energievoorziening kan worden vergroot. Een windcoöperatie is een coöperatie met als hoofddoel het produceren van windenergie ten behoeve van haar leden, waarbij het hoofdmotief is het leveren van een bijdrage aan duurzame vormen van energieopwekking. Windcoöperaties bestaan sinds 1980 in Denemarken en zijn voor het eerst in 1986 aan de Nederlandse kusten opgericht. Ook in het binnenland, in de provincies Utrecht en Noord-Brabant, zijn enkele windcoöperaties opgericht. Het merendeel van de huidige veertien windcoöperaties in Nederland werkt volledig met vrijwilligers. Een viertal coöperaties heeft mensen aangesteld in een vast dienstverband. De activiteiten van een windcoöperatie bestaan in hoofdzaak uit het plaatsen van windmolens in de eigen omgeving. Daarnaast zijn activiteiten ook gericht op het werven van financiers (leden), het geven van voorlichting en op het beïnvloeden van de plaatselijke en landelijke politiek. De huidige betekenis van windcoöperaties is wat betreft de directe bijdrage die ze leveren aan de duurzame energievoorziening gering. Windcoöperaties bezitten gezamenlijk zo’n 6 % van het totaal aantal geplaatste windmolens in Nederland. Het vermogen van deze windmolens is gezamenlijk 36 MW, wat neerkomt op 5,7% van het totaal aantal geplaatst windvermogen. Windcoöperaties zijn in totaal verantwoordelijk voor de productie van 4,2% van het totale aanbod Nederlandse windenergie. Windcoöperaties hebben naast de directe productie van energie echter ook een indirecte betekenis voor de duurzame energiesector. Door de voorlichtings- en lobbyactiviteiten van windcoöperaties wordt windenergie onder de aandacht gebracht van zowel de bevolking als de politiek. Daarnaast zijn windcoöperaties een continue speler in de duurzame energiewereld. Door hun ideële doelstelling zullen windcoöperaties ook doorgaan met de productie van windenergie en met het plaatsen van windmolens indien het economisch klimaat minder gunstig wordt. Of andere projectontwikkelaars hun activiteiten doorzetten bij verminderde rentabiliteit is nog maar de vraag. Meer dan de helft van de windcoöperaties heeft de laatste zes jaar geen windmolen(s) meer geplaatst. De belemmeringen die windcoöperaties ondervinden bij de plaatsing van molen(s) zijn zowel terug te leiden tot (het ontbreken van) overheidsmaatregelen als tot de eigen organisatie. De grootste externe belemmeringen zijn het niet verkrijgen van subsidies, zoals de EIA en de VAMIL subsidie, waardoor oneerlijke concurrentie optreedt en het ontbreken van een maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak voor de plaatsing van windmolens. De grootste interne belemmeringen zijn gebrek aan voldoende menskracht en verkeerde organisatorische keuzes. Windcoöperaties kunnen mogelijk een grotere betekenis krijgen indien er zowel binnen de eigen organisatie alsook vanuit de overheid bepaalde maatregelen genomen worden. Zo zouden windcoöperaties zelf meer kunnen doen aan actieve ledenwerving, waardoor het activisme binnen de coöperatie vergroot wordt. Ook zouden windcoöperaties de mogelijkheid van professionalisering eens voorbij kunnen laten komen om het gebrek aan menskracht definitief op te lossen. Samenwerking tussen windcoöperaties zou uitgebreider en beter kunnen: doordat niet alle windcoöperaties samenwerken met andere windcoöperaties wordt het wiel vaker dan één keer uitgevonden, wat zorgt voor onnodige verspilling van moeite in schaars bezette windcoöperaties. Alle windcoöperaties zouden sowieso moeten zorgen voor een groter draagvlak in de eigen regio, aangezien de bevolking dan nog meer betrokken raakt bij het windproject. Overheden kunnen ervoor zorgen dat windcoöperaties een grotere rol van betekenis krijgen in de duurzame energievoorziening door ervoor te zorgen dat een betere afstemming plaatsvindt tussen landelijke, provinciale en gemeentelijke overheden. Indien gemeenten minder autonoom worden ten aanzien van het lokale windenergiebeleid krijgen windcoöperaties en andere projectontwikkelaars meer mogelijkheid om molens te plaatsen. Hierdoor wordt de bevolking meer betrokken bij windenergie en beleid en worden overheidsdoelstellingen op het gebied van windenergie mogelijk wel gehaald. Door financiële stimuleringsmaatregelen op dezelfde hoogte te laten gelden voor windcoöperaties kan de landelijke overheid ervoor zorgen dat oneerlijke concurrentie tussen windcoöperaties en kapitaalkrachtige projectontwikkelaars wordt verminderd of weggenomen. Contact: Loes van Loenen Utrechtseweg 305 3731 GA De Bilt 030-2203732 lodovar@hotmail.com |